Verschillende aspecten van het verwerven van een tweede taal zijn al besproken, zoals hoe je een tweede taal aanleert, grammatica en onderdompeling in de praktijk. Maar wanneer start je met het aanleren van een vreemde taal? Veel basisscholen stoeien hiermee en weten niet goed waar ze moeten beginnen. Dit artikel helpt je op weg!

Feiten

Wanneer een basisschool begint met het geven van het vak Engels verschilt, dit komt doordat het startmoment niet wettelijk is vastgelegd. Uit het onderzoek van het Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (SLO) blijkt dat de meeste scholen (66%) met Engels starten in de bovenbouw, in groep 7 of groep 8. Het aantal scholen dat start met Engels in groep 5 of 6 is ongeveer even groot als het aantal scholen dat begint met Engels in groep 1/2. In de praktijk zijn er drie varianten:

  1. Regulier Eibo (Engels in het basisonderwijs): Engels in groep 7 en 8
  2. Vervroegd Eibo: Engels vanaf groep 5
  3. VVTO (vroeg vreemdetalenonderwijs): Engels vanaf groep 1

De laatste variant, VVTO, wint steeds meer terrein. Maar is het wel zinvol om vanaf groep 1 al Engels te geven?

Effecten VVTO

Algemeen wordt aangenomen dat het vroeg starten met het leren van een vreemde taal op school tot betere resultaten leidt. Onderzoeksresultaten zijn echter niet eenduidig. Sommige onderzoeken laten zien dat het vroeg starten met Engels niet opweegt tegen het voordeel van laat starten. Bij een vroege start maken de leerlingen meer lesuren, maar starten op een latere leeftijd heeft als voordeel dat leerlingen verder zijn in hun cognitieve ontwikkeling. Dit betekent concreet dat jonge leerlingen meer tijd en dus meer input nodig hebben om op hetzelfde niveau te komen dan leerlingen die op een oudere leeftijd beginnen met een vreemde taal.

Volgens meerdere onderzoeken zijn de hoeveelheid input en de kwaliteit van het vreemdetalenonderwijs belangrijke voorwaarden voor een effectieve verwerving van een tweede taal. Wanneer de voorwaarden beperkt zijn, is de taalontwikkeling bij jonge leerlingen gering. Uiteindelijk laten resultaten dan geen verschil zien tussen VVTO en regulier Eibo. Maar bij een grote hoeveelheid input en een goede kwaliteit levert VVTO wel een beter resultaat op dan regulier Eibo. Kortom, vroeg starten heeft alleen zin als er veel input is en de kwaliteit van het vreemdetalenonderwijs goed. Hoe kun je hiervoor zorgen?

Input

Vaak staat Engels één keer per week op het programma. Sommige scholen geven dan een uur les en andere een half uur tot drie kwartier. In vergelijking met buitenlandse scholen geven wij in Nederland weinig lesuren Engels. De hoeveelheid Engelse input kan worden vergroot door Content and Language Integrated Learning (CLIL). Dit houdt in dat tijdens een andere les, zoals aardrijkskunde of natuuronderwijs, Engels de voertaal is. Deze geïntegreerde aanpak blijkt zeer effectief te zijn voor het leren van een vreemde taal, vooral bij jonge leerlingen. Bovendien staat CLIL het verwerven van de Nederlandse taal niet in de weg.

Kwaliteit

Veel leerkrachten geven groepsgericht les waarbij ze niet differentiëren. Tegelijk ervaart de helft van de leerkrachten de grote niveauverschillen tussen leerlingen als een probleem bij het geven van Engels. Leerlingen met een ontwikkelingsachterstand, leerprobleem of Engels als derde taal, hebben meer moeite met het leren van een vreemde taal. Daarnaast spreken andere leerlingen al een behoorlijk woordje Engels door input vanuit thuis, zoals YouTube, sociale media, films of een Engelstalige ouder. Differentiatie zorgt ervoor dat de kwaliteit van het onderwijs omhoog gaat. Moderne digitale methodes kunnen deze differentiatie leveren zonder de werkdruk van de leerkracht te verhogen. Wellicht dat met een online methode de werkdruk van de leerkracht zelfs wordt verlaagd.

Naast het differentiëren is het principe ‘doeltaal als voertaal’ een essentieel punt in goed vreemdetalenonderwijs. Veel blootstelling aan de doeltaal draagt bij aan de effectiviteit van het tweedetaalonderwijs. Bij de leerlingen in de onderbouw kunnen doeltaal en voertaal nog wel eens door elkaar lopen. Om dat in goede banen te leiden kun je als leerkracht het spreken van Engels visueel maken door bijvoorbeeld een Engelse hoed op te zetten of gebruik te maken van een handpop. 

Klaar voor de start?

Een duidelijk startmoment voor Engels is er niet. De voorwaarden van een grote hoeveelheid input en goede kwaliteit zijn leidend. De vraag die gesteld kan worden binnen het team is: vanaf wanneer kunnen wij deze voorwaarden garanderen? Elke groep kan dan als startmoment dienen, al wordt geadviseerd niet in de groepen 3 en 4 te starten in verband met het leren lezen en schrijven. Neem als team een besluit en ga er samen voor!